Waarom leven er dieren in de stad?
In de stad is het vaak druk. Het is niet altijd even schoon en ook is er minder groen dan buiten de stad. Toch zijn er dieren die het er heerlijk vinden! Zo leven er in sommige Nederlandse steden boomsprinkhanen. Deze sprinkhanen komen eigenlijk uit het zuiden van Europa. In landen als Italië en Spanje is het meestal warmer dan in Nederland. Toch houden de sprinkhanen het hier prima vol. Juist in de steden. Daar is het door alle stenen die er te vinden zijn warmer dan op andere plekken in het land. Steen warmt op in de zon en houdt die warmte vast. Daardoor is het voor de sprinkhanen goed toeven!
Een andere reden die veel dieren naar de stad lokt is eten. Zo woonden de duiven die wij kennen eerder vooral op rotsen en kliffen rond de Middelandse Zee. Maar door alle kruimels brood, verloren frietjes en andere lekkernijen die wij op straat laten liggen, komen ze lekker smullen in de stad. Hier hebben ze inmiddels genoeg plekken gevonden om hun nestjes te bouwen. In de kieren en spleten van gebouwen bijvoorbeeld.
Een handje helpen
Veel dieren redden zich dus helemaal prima in de stad. Andere komen soms in de problemen, omdat de stad toch vooral voor mensen is gebouwd. Stadsecologen en andere slimmeriken hebben daarom nagedacht over hoe ze die beestjes het best kunnen helpen.
Streepjes groen
Veel dieren in de stad leven in parken, tuinen of andere plekken waar bomen en struiken staan. Vaak zijn deze stukjes natuur niet met elkaar verbonden. Dieren blijven daardoor in hetzelfde park of dezelfde tuin. Om de beesten meer bewegingsruimte te geven, zijn in sommige steden stukken groen met elkaar verbonden. Een park kan bijvoorbeeld aan een ander park verbonden worden door grasstroken of bomenrijen. Zo kan het dier op avontuur naar nieuwe plekken en heeft-ie meer kans om een geschikt huisje, lekker eten of een partner te vinden!
Het lukt niet altijd om een grasstrook of bomenrij aan te leggen. Soms ligt er een straat of treinrails in de weg. Gelukkig heeft een knappe kop daar ook iets op bedacht, namelijk de faunatunnel. Deze tunnel wordt onder de weg of het spoor door gegraven. Dieren kunnen de tunnel gebruiken om aan de andere kant van de weg of het spoor te komen. Zo loopt het dier geen gevaar tijdens het oversteken!
Kant beklimmen
In veel steden zijn de kades aan de waterrand hoog en steil. Denk maar aan grachten of kanalen. Voor eenden en zwanen kan het lastig zijn om op de kant te klimmen. Mensen helpen ze een handje door speciale trapjes voor de dieren te bouwen. Zo kan een eend zonder problemen het water uit. Ook zijn er plekken waar de hele kade wordt vernieuwd. In plaats van een steile, rechte kant wordt er dan een schuine helling gemaakt. De eenden en zwanen kunnen gewoon vanaf het water omhooglopen. Wel zo makkelijk!
Te veel licht
In de stad is vaak veel licht. Dat is handig voor ons, maar niet altijd even fijn voor de dieren. Vleermuizen vliegen bijvoorbeeld graag in het donker. Van straatverlichting raken ze in de war en kunnen ze de weg kwijtraken. Zo vinden ze hun huis en jongen soms niet meer terug. Dat is zielig! Gelukkig wordt hier iets aan gedaan. Rond straatverlichting worden bomen gepland. De vleermuis kan nu boven de boom blijven vliegen en heeft geen last van het licht. Ook worden sommige lantaarnpalen deels afgeplakt. De lamp schijnt nu nog maar naar één kant en de vleermuis kan er aan de andere kant voorbij vliegen.
Wat kun jij doen?
Wil jij jouw leefomgeving graag delen met dieren? Dan kun je zelf ook wat doen. Ten eerste is het natuurlijk interessant om te weten met welk dier je te maken hebt. In deze Dierenzoeker staan heel veel dieren die je kunt tegenkomen!
Misschien ontdek je zo wel dat er bijen in je tuin of op je balkon leven. Leuk! Bijen zijn nuttige dieren. Ze maken honing en helpen bij de bestuiving van bloemen. Er zijn een paar dingen die je kunt doen om het bijen naar hun zin te maken. Gebruik bijvoorbeeld geen gif in je tuin. Het is niet goed voor een bij om dit binnen te krijgen.
Bijen wonen graag in stapeltjes dood hout of onder de grond. Afgestorven planten gebruiken bijen als woning om de winter door te komen. Lekker laten staan dus! En schoffel je tuin ook niet te vaak. Onder de grond zou zomaar eens een nest kunnen zitten. Je tuin mag dus best een beetje een rommeltje zijn. Dat vinden bijen alleen maar fijn!
Er zijn ook manieren om andere dieren onderdak te bieden. Zo bestaan er nestkasten die je kunt laten inmetselen in de muur van een huis. Een perfecte plek voor vogels of vleermuizen om te wonen. Ook zijn er speciale dakpannen met een vogelhuisje erop. Een huis op je huis dus en deze is wel heel erg grappig. Nu je ouders nog even overtuigen!
Meer leren over hoe je dieren in de stad kunt helpen? Check dit artikel en ontdek hoe jij zelf een insectenhotel kunt bouwen!
Foutje gezien? Laat het ons weten!