Dit heb je nodig:
– Rietjes (20 cm lang)
– Schaar
– Plakband
Wat moet je doen?
Stap 1: Pak 7 rietjes en leg ze naast elkaar. Met het eerste rietje hoef je niks te doen. Van het tweede rietje knip je 2 cm af. Het derde rietje knip je 4 cm vanaf. En zo ga je door tot het laatste rietje, hier knip je dus 12 cm vanaf. Er gaat dus elke keer 2 cm meer vanaf.
Stap 2: De rietjes vormen samen je panfluit! Maar bewaar ook de afgeknipte stukjes, dit zijn straks de tussenstukjes.
Stap 3: Leg de panfluitrietjes in de vorm van een panfluit. Van groot naar klein en de bovenkant op een gelijke lijn.
Stap 4: Tussen elk rietje laat je ongeveer 1 cm ruimte over. Hier komen namelijk de tussenstukjes, zodat je straks maar op 1 rietje tegelijk blaast.
Stap 5: Leg je tussenstukjes ook van groot naar klein.
Stap 6: Leg het grootste tussenstukje tussen de twee grootste panfluitrietjes. En zo ga je verder tot alle ruimtes zijn gevuld! De tussenstukjes moeten iets lager liggen dan de bovenkant van de rietjes. Hier moet je straks namelijk niet op blazen.
Stap 7: Bind een stevig stuk plakband om alle rietjes en tussenstukjes. Dit houdt alles op z’n plek. Zorg wel dat alles netjes recht blijft liggen.
Je hebt een panfluit gemaakt! Zet je panfluit tegen je lippen en blaas op de verschillende rietjes. Hoor je ’t verschil? Probeer met de verschillende tonen een liedje te maken!
Hoe kan dat?
Als je op een rietje blaast, gaat de lucht trillen en dan hoor je geluid! Door de verschillende lengtes geeft elk rietje een andere toon. Uit het langste rietje komt de laagste toon. In een kort rietje zit veel minder lucht. Daardoor is dat geluid hoger. Zo werken ook verschillende muziekinstrumenten, zoals orgels en panfluiten!
Wist je dat…
… de panfluit vernoemt is naar de Griekse god Pan. Deze god gebruikte een rietstengel als fluit. Sindsdien heet deze fluit de panfluit. Dat heeft dus helemaal niets te maken met koekenpannen of bakpannen.
Meer weten over trillingen van geluid?
Check dan dit vette proefje waarin je rijstkorrels laat dansen!